23 Chronisch nierfalen bij de kat

old-cat-1358136Katten zijn van nature slechte drinkers. Van oorsprong komen ze uit een woestijnklimaat, dus veel drinken zit niet in hun genen. Er zijn mensen die hun kat nooit zien drinken! Daardoor valt het des te meer op als een kat wel veel gaat drinken.

Er zijn een aantal ziektes waar we aan denken, als de kat meer drinkt dan normaal. De belangrijkste zijn nierfalen, suikerziekte en een te hard werkende schildklier (hyperthyreoïdie).

Nierfalen komt voor bij 1 op de 3 katten die ouder is dan 12 jaar, dus dit is een ziekte die we veel zien in de praktijk. Het is een geleidelijk proces, dus vaak duurt het even voor het een eigenaar opvalt, dat de kat iets meer drinkt en wat afvalt. Chronisch nierfalen wordt ook wel CKD genoemd. Dit staat voor de Engelse naam Chronic Kidney Disease.

Symptomen bij chronisch nierfalen zijn:OLYMPUS DIGITAL CAMERA

  • Meer drinken en meer of grotere plassen.
  • Afvallen (dunner worden, lichter worden)
  • Mottige vacht.
  • Stinken uit de bek.
  • Slechter eten.
  • Soms meer braken.
  • Symptomen van hoge bloeddruk: afwezige blik, harder mauwen, slechter zien, grote pupillen, verwarde indruk.
  • Obstipatie

Deze symptomen hoeven niet allemaal tegelijk aanwezig te zijn, en in de loop van de tijd worden ze duidelijker.

Waardoor ontstaat nierfalen bij katten?
Het is een chronisch proces waarbij er littekenvorming ontstaat in beide nieren. De nier verschrompelt als het ware. Hierdoor blijft er steeds minder goed functionerend nierweefsel over.

Pas als ¾ van de nier niet meer goed functioneert, zien we afwijkingen in het bloed. De ureum- en creat-waarden gaan dan stijgen. Ureum en creatine zijn eiwit-afbraak-producten. Doordat de nieren deze stoffen niet meer ‘klaren’ naar de urine, zien we de waarden stijgen in het bloed. De kat vergiftigt zichzelf als het ware. Verder zien we vaak een stijging van het fosfaatgehalte in het bloed, en een daling van het Kalium gehalte.

In de urine zien we dat het soortelijk gewicht daalt (de urine wordt wateriger), en er zit meer eiwit in de urine. Vooral het kleine eiwit albumine is een belangrijke parameter. Als deze waarde verhoogd aanwezig is in de urine, dan kan dit een eerste aanwijzing zijn dat de nieren eiwitten lekken naar de blaas en dus minder goed werken. Met onze nieuwe urine-analyzer kunnen we deze waarde nauwkeurig bepalen in de urine. In waterige urine kan makkelijker een infectie ontstaan.
Soms zijn er steentjes aanwezig in de afvoergangen van de nier, waardoor de nier onder druk komt te staan. In dat geval is de nier meestal groter dan normaal. Zulke steentjes kunnen we op een röntgenfoto zichtbaar maken.

Wat kunnen we doen bij nierfalen?
Gelukkig zijn er veel nieuwe ontwikkelingen waardoor we katten tegenwoordig veel beter kunnen behandelen dan vroeger! Chronisch nierfalen is echter niet te genezen. Wel kunnen we de achteruitgang van de nieren vertragen, en zorgen dat de kat zich beter voelt. De belangrijkste behandelingen op een rijtje:

  • Nierdieet: bevat minder eiwit, en daardoor ontstaan er minder eiwit-afbraak-producten die de nieren belasten. Ook bevat het minder fosfaat. Het is erg smakelijk zodat ook de slechte eters er voldoende van opnemen. Bovendien is het zeer energierijk zodat de kat niet verder afvalt.
  • Bloeddrukverlagende medicijnen, zodat de nier minder onder druk staat maar beter doorbloed wordt.
  • Kalium-poeder om het tekort aan kalium aan te vullen.
  • Medicijnen die ervoor zorgen dat er minder eiwit-lekkage vanuit de nier optreedt.
  • Aanvullen van tekort aan vocht. Omdat nierpatiënten veel urine uitplassen, moeten ze erg veel drinken. Vaak zijn ze echter te zwak, of misselijk, en drinken te weinig. Dan raken ze uitgedroogd. Meestal is het nodig om een infuus te geven. Dit zorgt ervoor dat de kat zich beter voelt: met het infuus worden de nieren aan het werk gezet, en zullen meer van de giftige stoffen het lichaam verlaten.
  • Medicijnen tegen de misselijkheid. Deze worden gegeven als de kat te weinig eetlust heeft, of misselijk is, of braakt.
  • Medicijnen die het fosfaat binden.
  • Soms zijn antibiotica nodig bij bacteriële infecties.
  • Eetlust-bevorderende medicijnen.
  • Zorg dat uw kat altijd makkelijk kan drinken! Een waterfontein kan hierbij helpen.

Prognose
De vooruitzichten van een kat met chronisch nierfalen hangen sterk af van de gemeten bloed- en urine waardes. Als deze al erg hoog zijn bij het eerste onderzoek, dan is de ziekte misschien al langer aanwezig, of gaan de nieren snel achteruit. Het hangt van het individuele dier af hoe hij reageert op de medicijnen. De gemiddelde overleving van een kat met chronisch nierfalen variëren van enkele maanden (bij katten die bijvoorbeeld geen medicatie willen innemen, of het nierdieet niet eten) tot enkele jaren. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen! Uw kat is een individu, met een eigen prognose.

Welke onderzoeken zijn belangrijk?
Een regelmatige controle is bij nierfalen erg belangrijk. Uw dierenarts kijkt naar de slijmvliezen, naar het gewicht, naar het gebit, naar de ogen, voelt naar de buik en luistert naar het hart. Ook wordt gekeken of hij niet is uitgedroogd, en of de vacht en nagels nog voldoende verzorgd zijn. Aanvullend worden de volgende onderzoeken gedaan:

  • Urine controle.
  • Bloedonderzoek: vooral ureum, creat, Kalium en Fosfaat.
  • Bloeddrukmeting.
  • Eventueel oogonderzoek.