00 Antivriesvergiftiging

Met de winter neemt de kans op vergiftiging met antivriesproducten weer toe. De meeste antivriesproducten bevatten de giftige stoffen ethyleenglycol of isopropylalcohol. Helaas is het geen vies middeltje, het smaakt zelfs een beetje zoet.

Een kleine hoeveelheid ethyleenglycol kan al ernstige gevolgen hebben. Als een hond van 10kg 1ml opdrinkt, zijn de verschijnselen meestal niet ernstig: binnen 30 minuten kan hij gaan kwijlen door de irritatie van zijn keel. Hij zal misselijk worden, eventueel gaan braken en buikpijn hebben. Het beste kan de bek gespoeld worden met water. Zo nodig kan er symptomatisch behandeld worden.

De opname van 3 slokjes door een hond van 10kg kan al zeer ernstige gevolgen hebben! De eerste verschijnselen kunnen binnen 30 minuten optreden: wankel lopen, duizeligheid, braken, slaperigheid. Vervolgens kan de hond comateus worden, convulsies krijgen (spiertrekkingen), hartproblemen en ademhalingsproblemen. Uiteindelijk treedt ernstig nierfalen op.    Ook zonder verdere acute symptomen kan enkele dagen na inname van ethyleenglycol toch nierschade optreden.

Als u gezien heeft dat de hond antivries opdronk, kunt u hem proberen te laten braken en de bek spoelen met water. Daarna direct door naar de dierenarts!

De dierenarts zal een bloedonderzoek doen waarbij vooral gekeken wordt naar het calciumgehalte, glucosegehalte en nierwaarden.

De behandeling bestaat uit het toedienen van ethanol. De alcohol remt competitief het enzym alcoholdehydrogenase, waardoor ethyleenglycol nauwelijks in zijn toxische metabolieten wordt omgezet. Een intraveneus infuus zal worden aangelegd.
Bij ernstige vergiftiging is (zo snel mogelijk) intensive care noodzakelijk om de patiënt te kunnen redden van de dood.

Voorkomen is beter dan genezen, dus bewaar nooit antivries op een plek waar kinderen of dieren bij kunnen komen!